Een vrouwenquotum op de arbeidsmarkt werkt als een botte bijl. Meer objectiviteit bij sollicitatieprocedures is wel gewenst, want daar schort nog het nodige aan, betoogt Sandra Phlippen.

Jet is boos. Het schiet nog steeds niet op met het aantal vrouwelijke commissarissen en bestuurders. Als het niet snel beter wordt, dan gaat er een quotum komen in 2016, dreigt minister Bussemaker van Onderwijs.

Niemand wil een quotum. Ook vrouwen niet. Het maakt onzeker of je vanwege de statistiek of vanwege je capaciteiten bent uitgekozen.

En wie wordt er verder beter van zo’n quotum? Gaat de economie er eigenlijk wel beter van functioneren? Gaat een gemiddeld bedrijf er beter van presteren?

Is vrouwenquotum goed voor arbeidsmarkt?

De hele discussie rond het aantal vrouwen in de top wordt wat mij betreft veel te ingewikkeld gemaakt. Voorstanders van een quotum komen met het argument dat bedrijven met meer diversiteit in het bestuur het beter doen. Tegenstanders roepen dat de wil er wel is, maar dat er simpelweg onvoldoende vrouwelijk talent is.

Beide argumenten doen er eigenlijk niet zo veel toe. Uiteindelijk gaat het toch alleen om de vraag: helpt een quotum kandidaten te vinden waarbij er een optimale match is van de aangeboden en de gevraagde vaardigheden?

Je zou denken van niet. De werkgever moet onbelemmerd de beste kandidaat kunnen kiezen. Een quotum beperkt de vrije keuze van de werkgever voor de beste kandidaat.

In een goed werkende arbeidsmarkt ontstaat een optimale match tussen werkgever en werknemer. Het quotum verstoort deze match, tenzij de arbeidsmarkt niet optimaal functioneert en er een irrationeel vooroordeel kleeft aan het werkgeversoordeel.

Irrationeel vooroordeel

Helaas is er overweldigend wetenschappelijk bewijs voor het bestaan van zo’n irrationeel vooroordeel. De beste wetenschappelijke studies laten zien dat anonieme sollicitaties tot veel meer geselecteerde vrouwen leiden.

Dat blijkt bijvoorbeeld uit een studie naar de sollicitatie van orkestleden waarbij violisten achter een gordijn spelen en papieren sollicitaties waarbij de namen van mannen en vrouwen (en allochtonen) worden verwisseld (zie hier voor een overzicht).

Werkgeversvoorzitter Hans de Boer blijkt zich in zijn reactie op minister Bussemaker niet bewust van de feilbaarheid van de werkgever als mens. Zijn reactie luidt dat hij nu wel eens wil weten waar die talentvolle vrouwen zijn. Door te wijzen op het ontbreken van aanbod van vrouwelijk talent, negeert hij de mogelijkheid van verkeerde selectie volledig. Dit kan niet anders dan getuigen van onkunde of onwil.

Gegeven het bestaande vooroordeel - dat trouwens zowel onder mannelijke als vrouwelijke werkgevers bestaat - kan je makkelijk tot de conclusie komen dat een quotum de optimale match tussen werknemer en werkgever niet verstoort, maar juist herstelt. Een quotum leidt niet tot een mindere, maar gemiddeld gezien tot een betere match.

Geen quotum, wel betere selectie

Zo snel mogelijk invoeren dan maar? Nee. Een quotum blijft een bot en onnatuurlijk instrument. Ten eerste blijven vrouwen twijfelen aan de reden waarom ze hun baan gekregen hebben. Ten tweede helpt het niet om werkgevers hun vooroordeel te laten inzien en hen zo de kans te geven zichzelf te verbeteren.

Maar er is een veel beter alternatief. Een nudge (duwtje) voor objectiever personeelsbeleid. Alexandra van Geen - die sinds deze maand van de Amerikaanse Harvard-universiteit naar de Erasmus School of Economics is gehaald - laat in vakblad ESB zien dat het vooroordeel voor mannelijke kandidaten bij bepaalde stereotype mannelijke functies vooral ontstaat wanneer kandidaten individueel geselecteerd worden.

Ze laat zelfs zien dat voor een functie met veel rekenwerk werkgevers geneigd zijn aantoonbaar slecht presterende mannelijke kandidaten eerder te selecteren, dan goed presterende vrouwelijke kandidaten. Voor functies met veel taalwerk is het precies andersom.

Betere evaluatie kandidaten helpt

De oplossing ligt in het gezamenlijk evalueren van meerdere kandidaten tegelijk. De bias in de selectie blijkt dan vrijwel volledig weg te vallen. Hoe dat kan? Dat is voer voor psychologen, maar belangrijker is dat het werkt.

Wat minister Bussemaker betreft  is er nog tot eind volgend jaar tijd, voordat ze met de botte bijl van het quotum gaat hakken.

Laat werkgeversvoorman De Boer eens proberen hoever hij tot die tijd komt met afspraken over objectievere personeelsselectie. Dan hoeft hij zich straks ook niet meer te verschuilen achter die vermeende afwezigheid van vrouwelijk talent.

Sandra Phlippen is hoofdredacteur van het economisch vakblad ESB.

Oeps! We konden je formulier niet vinden.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl